Hoewel de Abessijn een actieve kat is, is het een makkelijke kat om in huis te hebben. Ze zijn dol op mensen en andere dieren. Ze spelen urenlang met hun eigen speelgoed, maar genieten ook van een goede periode van interactief spelen met hun baasjes. Ze praten met een zachte, rustige stem tegen je. De Abessijn is liefdevol en aanhankelijk en brengt graag tijd door met haar baasje. Hoewel de vacht van de Abessijn gemakkelijk te verzorgen is, vindt de Abessijn het fijn om gekamd of gewreven te worden met een zeemleren lap. Ze zal je belonen met een liefdevol gespin.

Abessijnen zijn actieve katten en houden hun gewicht over het algemeen onder controle met voldoende beweging. Ze moeten een aantal hoge zitstokken en krabpalen tot hun beschikking hebben, zodat ze kunnen springen en klimmen.

Abessijnen zijn sociale katten en houden van gezelschap. Dit gezelschap kan worden geboden door een andere kat of huisdier in de buurt te hebben wanneer er geen menselijke gezelschapsdieren thuis zijn.

Hoewel de Abessijn wordt beschouwd als het ras dat haar wortels direct in de Nijlvallei kan terugvinden, werd ze in werkelijkheid in Groot-Brittannië gefokt. In de jaren 1860 werd een kat naar Groot-Brittannië gebracht door Lord Robert Napier na een militaire expeditie naar Abessinië. Deze kat kreeg de naam Zulu en zij vormde de basis van het prachtige ras dat we vandaag de dag kennen als de Abessijn. Het unieke ticking-patroon op de vacht van de Abessijn deed mensen denken aan het camouflagepatroon op de vacht van het wilde konijn. Deze eigenschap was zo aantrekkelijk dat Zulu werd gefokt met willekeurig gefokte katten met een vergelijkbare vacht, en zo ontstond het Abessijn-ras.

Het ras zelf was enorm populair en Abessijnse katten werden al snel in heel Europa, de Verenigde Staten en Canada gefokt. Deze populariteit bleek de redding van het ras, aangezien de twee wereldoorlogen het ras in Europa bijna volledig decimeerden. Er werden nieuwe Abessijnen geïmporteerd en het ras bleef bestaan. Eind jaren zestig, toen het kattenleukemievirus het ras in Groot-Brittannië bijna opnieuw had vernietigd, werden er meer Abessijnen naar Groot-Brittannië gehaald om het ras te herstellen.