We weten allemaal hoe makkelijk het is om aan te komen als we te veel eten. Hetzelfde geldt voor katten, vooral aangezien het geven van voedsel een belangrijk deel uitmaakt van de band tussen mens en dier. Gewichtsverandering gebeurt geleidelijk. Daarom kan zelfs de best verzorgde kat ongemerkt overgewicht of zelfs obesitas krijgen.

Naast de voor de hand liggende oorzaken – te veel voer, te weinig beweging en te veel snacks – kunnen ook andere factoren een rol spelen:

• Wanneer katten ouder worden, worden ze minder actief. Ze hebben daarom minder calorieën nodig om hun gewicht in stand te houden. 
• Door katten te steriliseren of te castreren verandert hun metabolisme, zodat ze sneller aankomen.
• Soms heeft gewichtstoename te maken met specifieke medische condities die behandeld moeten worden.
• Omgevingsfactoren kunnen ook van invloed zijn op het gewicht van een kat. Je kat kan bijvoorbeeld bang zijn om naar buiten te gaan als je naar een nieuwe plek verhuist. Of misschien trekt ze zich terug als er een nieuw huisdier of een baby in huis komt, zodat ze minder energie verbruikt.

Tekenen dat je kat aankomt

Er zijn een aantal manieren om te zien of je kat te zwaar is:

• De halsband wordt strakker. 
• Trage bewegingen.
• Moeilijk lopen.
• Kortademigheid.
• Meer slapen dan gewoonlijk.

Als je deze tekenen opmerkt, is het tijd om een bezoekje te brengen aan de dierenarts. Je kan er nog sneller bij zijn als je je kat regelmatig weegt.

Toen je kat nog een kitten was hield de dierenarts waarschijnlijk haar gewicht bij. Na het steriliseren of castreren worden katten echter vaak nog maar één keer per jaar gecontroleerd in de kliniek. Er kan een heleboel gebeuren in de tussentijd!