De Siamees is niet alleen mooi, maar ook zeer intelligent. Ze kan getraind worden om aan de lijn te lopen. Deze intelligentie betekent echter niet dat ze getraind kan worden om alles te doen wat je maar wilt. Net als de meeste andere zeer intelligente rassen heeft de Siamees haar eigen verlangens.

De Siamees is een aanhankelijke kat en vereist dat haar baasje net zo toegewijd is aan haar als zij aan haar baasje. Haar baasje moet liefdevol zijn naar de Siamees en tijd vrijmaken om met haar te spelen.

Met haar lange, gespierde lichaam zal de Siamees snel aankomen. Siamezen vertonen een bolle buik na één dag overeten. De voeding moet zorgvuldig worden gecontroleerd. De lange, slanke poten zijn niet gemaakt om een ​​dik lichaam te dragen.

Siamezen springen geweldig en houden van hoogtes, dus zitstokken en krabpalen moeten aanwezig zijn. Siamezen houden van spelen en waarderen speelgoed in huis voor hun plezier. Hoewel de vacht weinig verzorging nodig heeft, associëren Siamezen borstelen vaak met genegenheid en zullen ze graag tijd doorbrengen met trimmen.

De Siamees, hoe elegant ze er ook uitziet, kan een echte schootkat zijn. Ze is extreem aanhankelijk en slaapt graag naast haar baasje.

De prachtige Siamees is de legendarische tempelkat van de koning van Siam. De katten werden niet alleen door de koning gewaardeerd om hun uitzonderlijke schoonheid, maar werden ook gebruikt als waakkatten. Siamezen zaten op hoge pilaren rond de troon van de koning. Als iemand de koning bedreigde, sprongen de katten van de pilaren naar beneden op het individu. Vanwege de grootte van de Siamees, hun kracht en hun vermogen om van een hoogte te springen, sloegen ze de persoon tegen de grond. Indien nodig krabden ze in het gezicht van de persoon die dacht dat hij de koning van Siam kwaad kon doen.

Niemand weet of deze legende waar is, maar de kat die de Duitse natuuronderzoeker en ontdekkingsreiziger Peter Simon Pallas zag, was mogelijk een Siamees. Deze kat werd vermeld in Pallas' verslagen over ontdekkingstochten in de Kaspische Zee in de 18e eeuw. Pallas beschreef haar als "met oren, poten en staart... helemaal zwart. Ze is van gemiddelde grootte, heeft iets kleinere poten dan de gewone kat en de kop is langer richting de neus."

De eerste Siamese katten in Europa waren een geschenk van de koning van Siam aan het Engelse consulaat-generaal in Bangkok aan het einde van de 19e eeuw. De eerste Siamese katten in de westerse kattenwereld heetten Pho en Mia. Ze waren een fokpaar dat in 1884 door Owen Gould naar Engeland werd gebracht. De kittens van Pho en Mia werden tentoongesteld door de zus van meneer Gould op de show in Londen, die in 1885 in Crystal Palace werd gehouden. De eerste Siamese kat in de Verenigde Staten was ook een geschenk van de koning van Siam aan een vriend. Eind jaren 1890 en begin 1900 werden Siamese katten vanuit Groot-Brittannië, Frankrijk, Japan en Siam naar Noord-Amerika geïmporteerd. De Siamese kat bleef tamelijk zeldzaam tot na de Tweede Wereldoorlog, waarna ze snel op nummer één kwamen te staan ​​wat betreft registraties.